De brug tussen oppervlaktetechniek en verspanen – Vakblad oppervlaktetechniek

LMSAdmin Nieuws

LMS Elsloo staat in het vakblad oppervlaktetechniek (jaargang 69, nummer 1, februari 2025). Tijdens het interview hebben we gesproken over de brug tussen de verspaning en oppervlaktetechniek. Ook bespreken we de komst van onze nieuwe machine. Onderstaand het volledige artikel:

De Brug tussen oppervlaktetechniek en verspanen.

Soms is de grens tussen oppervlaktetechniek en verspanen binnen een en hetzelfde bedrijf niet of nauwelijks aanwezig. Een voorbeeld is het Limburgs Metaal Spuitbedrijf. Begonnen als thermisch spuiter is het nu ook een verspanend bedrijf. De aanschaf van een nieuwe Soraluce freesmachine onderstreept de evolutie van oppervlaktetechniek in de metaalwereld.

Albert Laugs is trots op de nieuwe aanwinst van het Limburgs Metaal Spuitbedrijf (LMS). Hij begon na zijn school bij LMS en werkte zich van de werkplaats, via het kantoor op naar directeur. Zeven jaar geleden heeft Laugs de aandelen van LMS overgenomen. De Sorulace FLP 40 freesmachine is een voorlopige kroon op zijn werk. “Een langetermijninvestering”, noemt hij het zelf.

Naast hem zit Brian Haenen. Hij is na een stage blijven plakken en werkt nu sinds september 2022 bij LMS. Zijn werk is het onder andere om de processen binnen het bedrijf te optimaliseren. Daarnaast houdt hij zich bezig met digitaliseren, marketing en bedrijfskundige taken om het werken makkelijker te maken.

LMS bestaat nu 62 jaar en is van origine een thermisch spuiter. In het begin was het onderdeel van een groot constructiebedrijf en werd het thermisch spuiten ingezet om spanten in weg- en mijnbouw te conserveren. Tot de eeuwwisseling was thermisch spuiten de core business van LMS. Daarnaast werd er wel iets verspaand. Na de verhuizing van het bedrijf in 2000 is het verspanen uitgebreid. Met klanten als Chemelot en een aantal papierfabrieken en revisiebedrijven in de omgeving kwam er vanzelf meer vraag naar verspanen.

 

Nauwkeurigheid

In de kern is LMS een reparatiebedrijf. “We doen geen montagewerk. Een klant heeft slijtage aan een machine-onderdeel. Dan wordt dat onderdeel uitgebouwd en komt het bij ons. In principe zorgen we met thermisch spuiten dat we allerlei vormen van slijtage herstellen. Soms lukt dat niet. Dan kunnen we het onderdeel ook op een andere manier herstellen. Bijvoorbeeld door verspaning.”

De nieuwe Soraluce freesmachine helpt daarom ook om de verspanende kant van LMS te versterken. De FLP 40 heeft een flink formaat. De verplaatsing in de X-as is 4.000 mm, in de Y-as 2.200 mm en in de Z-as 1.300 mm. Laugs bevestigt dat er in de regio weinig van dit soort grote machines staan. “Op het terrein van Chemelot staan bijvoorbeeld veel warmtewisselaars. Daarin zitten grote flenzen met buizen. Maar ook baggeraars komen bij ons, met ontgrinders. Die slijten ontzettend snel. Het zijn grote objecten.”

Dat soms hele grote werkstukken de werkplaats binnenkomen, zegt niets over de nauwkeurigheid waarmee LMS rekening moet houden. Haenen: “Reparaties kunnen er grof en groot uitzien, maar er zijn behoorlijk wat eisen en verwachtingen als het gaat om de nauwkeurigheid. Sterker, die eisen nemen toe, gekoppeld aan rapporten en verklaringen. Dat vraagt van ons dat we beter moeten worden, zodat we de toleranties kunnen bieden. Daarin speelt de nieuwe freesmachine een rol.”

 

Werkbaar

Het plaatsen van een dusdanig grote machine is een flinke organisatorische uitdaging. Waar zet je hem neer? Op dit moment heeft LMS twee CNC-draaibanken, twee NC-draaibanken en drie conventionele draaibanken. Die blijven in het bedrijf, voor het naboren en nabewerken. Daarnaast staan er drie kleinere freesbanken, twee CNC-slijpmachines en een CNC-carrousseldraaibank.

Laugs: “We hebben een nieuwe indeling gemaakt van de werkplaats. De fundering wordt nu aangelegd, want de Soraluce moet stabiel staan. Dat is alleen het fysieke gedeelte. De interne logistiek is ook aangepakt: wat zetten we waar neer? De opslag gaat bijvoorbeeld de hoogte in. De spanen gaan in de spanenbak onder de grond, in de kelder. Die is afgedekt met een zwarelastrooster. Op deze manier kunnen we meer ruimte creëren.”

Haenen benadrukt dat er geen andere manier van werken komt. “De ruimte is groot genoeg om werkbaar te blijven. We gaan wel de machines anders positioneren. En sommige machines zullen we misschien niet meer nodig hebben. Aan de andere kant komen er nog elke dag grote en kleine pallets binnen. De winkel blijft open tijdens de verbouwing.”

Sterker, Laugs verwacht dat er meer verspanende klussen binnen gaan komen. “De Soraluce heeft een uitgebreide kop die versteld kan worden. Dat vergemakkelijkt het proces. De machine past zich als het ware aan het product aan. Om echt winstgevend te worden, zou de Soraluce eigenlijk drie diensten moeten draaien, voor het hoogste rendement. Ik verwacht dan ook dat we bestaand werk zullen overhevelen. Aan de andere kant: als je een machine zoals deze hebt, krijg je vanzelf nieuw ander werk. Dat hebben we met de CNC-carrousseldraaibank eerder ook gehad. Dus wat mij betreft hoeft de nieuwe freesmachine niet direct veertig uur per week te werken.”

 

Metaalbewerkers

Begin april hopen Laugs en Haenen dat de nieuwe freesmachine staat te stampen in de werkplaats van LMS in Elsloo. LMS is dan nog meer een verspaner geworden. Laugs ziet dat verspanen en oppervlaktetechniek naar elkaar groeien. “Oppervlaktetechniek blijft in ons DNA. Maar we willen ons niet alleen richten op oppervlaktetechniek. En oppervlaktetechniek is breder. Je kan soms ook een verspanende oplossing vinden. Dat ligt ons ook na aan het hart. Een thermisch spuiter zit al meer in de metaalbewerkingshoek. We zijn oppervlaktebehandelaars, maar vooral metaalbewerkers.”

 

Thermisch spuiten

Thermisch spuiten is een techniek waarbij een metaal, metaallegering of metaalverbinding in draad- of poedervorm door middel van een thermisch spuitpistool wordt gesmolten en verstoven op een oppervlak voor een deklaag met verbeterde eigenschappen voor de functie van het onderdeel. In Nederland is het aantal bedrijven dat thermisch spuiten op de vingers van twee handen te tellen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij onze oosterburen. Daar is het een veelgebruikte techniek.

Thermisch spuiten is bijna altijd een koud proces. Dat wil zeggen dat ongeacht de warmtebron van het pistool waarin het metaal gesmolten en verstoven wordt, het werkstuk slechts een geringe temperatuurverhoging krijgt door de warmteoverdracht van de gesmolten druppels bij het neerkomen. Bij de gebruikelijke spuittemperatuur van 50° tot 200° C kan geen vervorming, structuurverandering of opmenging plaatsvinden.

De structuur van een koud gespoten laag is lamellair, enigszins gelijkend op een gietijzerstructuur. Van sommige gespoten metaallagen zijn microporiën en oxide-insluitingen mede de oorzaak van een laag wrijvingscoëfficiënt en een hoge hardheid. Ook nemen microporeuze spuitlagen zeer goed een smeermiddel op, en voorkomen daardoor slijtage door metaal op metaalcontact.